‘Het goede leven en de vrije markt’ is een boek dat ik samen met Ad Verbrugge en Jelle van Baardewijk geschreven heb. In het boek stellen we de vraag aan de orde of de vrije markt in haar huidige vorm het goede leven dichterbij brengt of juist in de weg staat? En wat dienen we dan te verstaan onder ‘het goede leven’? Het mondiale welvaartsniveau is hoger dan ooit.
Toch dringen zich de laatste jaren ook steeds meer vragen op naar de schaduwkanten van de globaliserende markt. Wat gebeurt er met een samenleving als allerlei maatschappelijke sectoren steeds meer in termen van de markt worden uitgelegd? Wat doet het met de kwaliteit van onze relaties als mensen zichzelf en elkaar als homo economicus opvatten en zij zichzelf gaan begrijpen als producerende, consumerende en concurrerende individuen? Bovendien, kunnen we ons op de lange termijn wel een dergelijke economische bedrijvigheid veroorloven, bijvoorbeeld ten opzichte van de natuur?
In gesprek met filosofen uit alle tijden – van Aristoteles tot Heidegger, van Kant tot Arendt en van Bentham tot Latour – en aan de hand van diverse films geven gaan we op deze vragen in. Het boek is tegelijkertijd fundamenteel en heel actueel en prikkelend. We ontwikkelen een filosofisch doordacht kader om de hedendaagse dynamiek van economie, technologie en cultuur te begrijpen en in goede banen te leiden. Bijzonder is dat dit boek ook vanaf 2020 als basis zal dienen voor de eindexamens filosofie in het VWO.